Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Niet alzo gij, mannen, gaat nu heen, en dient den HEERE; want dat [13]hebt gijlieden verzocht! En men dreef hen uit van Farao's aangezicht. 13. Deze koning schaamt zich niet te liegen, of de woorden van Mozes en Aaron te verdraaien.